Wie zijn de initiatiefnemers van het project De Route van School naar Werk? Wat is hun unieke bijdrage aan het project en hoe verliep hun eigen route van School naar Werk?
Anneke Wilms is programmamanager bij Instituut Gak. In 1975 begon ze aan een studie Economie aan de Vrije Universiteit, eindigend met een afstudeeropdracht over ontwikkelingslanden. De verscheidenheid aan banen die ze sindsdien heeft gehad, van onderzoeker bij het CBS tot een beleidsfunctie bij PTT Telecom, kenmerkt haar brede interessegebied. Met altijd één rode draad: vernieuwing en verandering.
Zou je iets over jezelf willen vertellen?
“Ik ben begonnen met een studie economie toegespitst op de economie van ontwikkelingslanden. Toendertijd heb ik tijdens een college eens heldhaftig mijn vinger opgestoken met de vraag ‘waarom moet economie nou altijd groeien?’. Omdat buldergelach in de zaal volgde heb ik mijn vinger daarna niet meer opgestoken, maar die vraag is wel tekenend voor hoe ik tegen dingen aankijk, namelijk: hoe kan het anders?
Ik heb een groot aantal verschillende banen gehad bij meerdere werkgevers. Van onderzoeker bij het CBS tot een beleidsfunctie bij PTT Telecom. Ik ben altijd al zeer nieuwsgierig en breed geïnteresseerd geweest. Het blijven leren zit heel erg in mij. Sinds 2009 werk ik bij Instituut Gak. Ik ben graag bezig met dit project omdat we hier een vertaalslag kunnen maken van wetenschap naar praktijk. Daar ben ik door geboeid en dat probeer ik binnen Instituut Gak van tijd tot tijd vorm te geven.”
Hoe is De Route van School naar Werk tot stand gekomen? “Ik was al een tijd in gesprek met Henk Krauwel over zijn project ‘op naar de 100.000’ banen waarin hij meer bedrijven kennis wil laten maken met mensen die een arbeidsbeperking hebben. Hij wilde daarnaast een project met en voor pro en vso scholen opzetten. Door zijn aanstekelijke bevlogenheid wilde ik hem graag daarmee helpen. Ik deelde ooit een kamer met Branko Hagen die net zoals Henk zeer bevlogen is over jongeren met een arbeidshandicap en veel ervaring op dit gebied heeft. Tegelijkertijd was een collega van mij bij Instituut Gak in gesprek met Hans Bosselaar. Hij heeft onderzoek gedaan naar een zogenoemde ‘Dinges’: professionals die er bovengemiddeld in slagen om mensen in een kwetsbare positie te helpen met het veroveren van een plekje in de samenleving. Om de vertaalslag van onderzoek naar praktijk te maken wilde hij graag aan het werk met stagebegeleiders. Zo werd iedereen aan elkaar verbonden en is dit project ontstaan. Ik miste alleen nog organisatorisch vermogen, een partij die het geheel in beweging brengt en houdt en kwam toen toevallig in gesprek met Christine Swart die net met haar collega’s gestart was met Firma Twist. Zo werd één en één vanzelf drie. Je zou bijna kunnen stellen dat het vanuit niets geschapen is.”
Wat maakt dit project voor jou zo bijzonder? “Ik ben altijd gevoelig geweest voor kinderen die ‘anders zijn’ doordat ik zelf vroeger ook het een en ander heb meegemaakt. Daardoor voel ik me erg betrokken bij dit project.
Daarnaast vooral het feit dat we leerlingen centraal stellen en echt naar hen luisteren. Ik heb al eens een project bij Instituut Gak gedaan genaamd ‘Bazen voor Bazen’. Daar lieten we leerlingen vertellen wat belangrijk was voor hen door hen een zin af te laten maken die luidde: ‘werkgever, wat u van mij zou moeten weten…’. Onder begeleiding van cultuurmakers maakten leerlingen van 10 scholen presentaties en stonden de leerlingen echt in het middelpunt. Het individuele verhaal en rugzakje van een kind worden zo vaak vergeten, maar als je die via een dergelijk traject naar buiten brengt komt een kind écht in zijn of haar kracht te staan. Dat is ook precies wat we in dit project gaan doen met gebruik van arenagesprekken. Door die gesprekken zetten we de leerling op zo’n manier in de ruimte dat dat een groot effect heeft op wat ze ons vertellen. Daardoor kom je uit je hoofd en in je hart. Zo begrijp je de leerlingen niet alleen, maar voel je ook wat er echt toe doet.”
Wanneer is het project voor jou geslaagd? “Wat mij betreft is het al geslaagd omdat we dit project zijn gestart. Daarmee hebben we al iets moois neergezet. Toch hoop ik ook dat er bewustwording komt bij de stagebegeleiders. Dat zij beseffen ook recht te hebben op professionele bijscholing omdat het begeleiden van leerlingen een professie is.
Daarnaast besef ik dat het een project in wording is. Bij PTT Telecom had ik ooit een heel ingewikkeld project genaamd ‘the new business development club’. Het kwam erop neer dat we in de overgang van analoog naar digitaal die nieuwe digitale wereld moesten gaan veroveren. Omdat we niet wisten hoe die wereld eruit zag is het enige wat we konden doen een goed schip bouwen, genoeg voorraden meenemen, de juiste mensen rekruteren en gaan varen. Dat is precies wat we in dit project ook hebben gedaan. Nu rest ons alleen nog te gaan varen.”
Hoe zag jouw eigen route van school naar werk eruit? “Op mijn dertiende klapte ik helemaal dicht wegens een niet zo’n prettige jeugd. Er waren heel veel spanningen thuis wat ertoe leidde dat ik van de ene op de andere dag niks meer kon. Ik had hele hoge cijfers voor wiskunde en hele lage cijfers voor talen. Die blokkade heb ik niet om kunnen zetten tot mijn dertigste waardoor ik tot die tijd een hoop heb geploeterd. Ik heb dan ook tien jaar over mijn studie economie gedaan en mijn eerste baan was ook heel lastig om te vinden. Beetje bij beetje leerde ik dat ik best wel dingen kon en kreeg ik alsmaar meer vertrouwen. Dat zorgde voor een stijgende lijn waarbij nu eigenlijk alles op zijn plek valt.”
Dat was iemand die mij heeft gezien, opgepakt en neergezet met de boodschap ‘ik heb je talent gezien en hier is de beste plek daarvoor’.”
Wie is de belangrijkste schakel geweest in je route van school naar werk? “Ik heb een tijd in een bestuur gezeten bij een stichting genaamd ‘handen thuis’. Daar maakten we beleid om seksuele intimidatie op de werkvloer tegen te gaan. Een ander bestuurslid daar heeft mij uiteindelijk naar GAK Arbeidsintegratie gehaald. Dat was iemand die mij heeft gezien, opgepakt en neergezet met de boodschap ‘ik heb je talent gezien en hier is de beste plek daarvoor’.”
Wat is jouw meest bijzondere ervaring in je carrière? “Er was een tijd dat ik nog niet zoveel vertrouwen had in mijn eigen kunnen. Ik had wel goede ideeën en waarnemingen maar durfde die nog niet zo te uiten zoals ik dat nu durf. Ik had toen een collega die graag luisterde en dingen heel goed charismatisch kon uitleggen. Zo waren we samen als het ware een paard en ruiter. Dat was wel bijzonder. Toch ben ik na een tijdje mijn eigen paard en ruiter geworden.”
Wat vond je zelf het leukste op school? “Op de middelbare school moest ik mijn eindexamen economie halen, maar dat was nog niet zo makkelijk omdat ik een leraar had die niet zo goed was. Hij was leraar geworden nadat de fabriek waarin hij werkte failliet was gegaan. Toen hij poogde mij de multiplier van Keynes uit te leggen en dat niet echt lukte was ik een beetje ten einde raad. Toen heb ik Arnold Heertje (Nederlands econoom, hoogleraar en publicist) een brief gestuurd dat ik hulp nodig had met mijn examen omdat mijn leraar niet goed was. Wonder boven wonder werd ik gebeld met de boodschap dat hij mijn school wel even een college kwam geven. Helaas kwam hij flink te laat omdat hij de afstand Amsterdam-Aalten verkeerd had ingeschat, maar dat was wel heel bijzonder.”
“Ik zou het leuk vinden als er meer bruggen geslagen worden tussen de wetenschap en de praktijk. Er liggen zoveel goede onderzoeken op de plank waar weinig mee gedaan wordt.
Wat wil je nog delen? Wat moet zeker nog genoemd worden, dat we nog niet besproken hebben? “Ik zou het leuk vinden als er meer bruggen geslagen worden tussen de wetenschap en de praktijk. Er liggen goede onderzoeken op de plank waar weinig mee gedaan wordt. Vaak omdat er beleidsaanbevelingen als resultaat worden opgeleverd. Daar kun je in praktijk niet veel mee. Toch kan het wel, bijvoorbeeld op het gebied van ziekteverzuim omlaag krijgen. Op dat onderwerp zijn een hoop interventies gedaan, maar veel effect heeft het uiteindelijk niet echt. Daarvoor is iemand nodig die er van bovenaf als een soort paraplu naar kijkt om een overkoepelend programma te ontwikkelen. Dan zie je pas welke thema’s er aan elkaar gekoppeld kunnen worden om verkokering tegen te gaan. Dat lijkt me erg mooi. De Route van School naar Werk is daar een mooi voorbeeld voor.”
Comments